Mpox in België

apenpokken

In mei 2022 deed een nieuw virus intrede in ons land en de buurlanden: Mpox of het apenpokkenvirus. Sinds augustus 2024 zijn er binnen Europa opnieuw meer besmettingen.

Maar wat is Mpox nu? Wat kan je doen als preventie of als je vermoedt besmet te zijn? Hoe verloopt de vaccinatie? Welke rol neemt çavaria op? En waarom worden homomannen vaak in een adem genoemd met deze ziekte?  

 

Deze pagina wordt regelmatig geüpdatet. Laatste update: 22/10/2024

Deel op Sociale Media

Update augustus 2024

Informatie via Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid:

Er is voorlopig geen uitbraak van de nieuwe variant in België. Het is niet nodig om je op dit moment te laten vaccineren. Na de eerste Europese besmetting van augustus 2024 in Zweden volgde de tweede besmetting in oktober in Duitsland.

Als je in 2022 gevaccineerd bent voor Mpox, ben je beschermd tegen deze variant. Let wel: het vaccin biedt geen volledige bescherming. Na vaccinatie is het dus nog steeds mogelijk het virus op te lopen.

De vorige variant van Mpox komt nog wel voor in België: blijf waakzaam voor symptomen en raadpleeg een arts bij vermoeden van Mpox.

Vlaanderen heeft vaccins beschikbaar voor als er een uitbraak is. We houden jullie op de hoogte als dit verandert.

Bezoek de pagina van het Instituut voor Tropische Geneeskunde voor alle updates over mpox en vaccinatie.

De ziekte 

Mpox? 

Mpox of apenpokken is een ziekte die vooral voorkomt in Centraal- en West-Afrika. In mei 2022 maakte de ziekte zijn intrede in Europa en Noord-Amerika, waaronder België. Wereldwijd zijn er momenteel zo’n 50 000 bevestigde diagnoses, waaronder een 700-tal bij ons. Er is een dalende trend in Europa, wat wil zeggen dat er nog besmettingen zijn maar dat die in kleinere mate toenemen. 

Indien je besmet bent met het Mpox virus zal je binnen de 5 à 21 dagen symptomen ervaren. Deze eerste symptomen zijn in de meeste gevallen gelijkaardig aan griepsymptomen. Namelijk: spierpijn, koorts, rillingen, vermoeidheid, hoofdpijn en algemeen onwel.  

Hierna volgen in heel wat gevallen huidletsels. Dit kan gaan om bultjes, puistjes, blaasjes of etterbuilen. De huidletsels krijgen vaak korstjes om daarna te genezen. Helaas kan je aan deze letsels pijnlijke steken en/of jeuk ervaren. De letsels bevinden zich vaak aan de anus, geslachtsorganen, het gezicht en de handen.  

In enkele gevallen ervaren patiënten ook keelklachten of ontstekingen aan de anus en/of plasbuis.  

Eén persoon die besmet was met het Mpox virus en ernstige andere aandoeningen had, is overleden. De doodsoorzaak is de combinatie van die vele aandoeningen. 

Wat kan ik doen om Mpox te voorkomen?  

De ziekte is overdraagbaar via direct contact met de huidletsels, en direct contact met lichaamsvochten en/of slijmvliezen van een besmet persoon. Deze vormen van contact klasseert het Instituut voor tropische geneeskunde (ITG) als ‘zeer hoog risico’. De ziekte is geen SOA (seksueel overdraagbare aandoening), maar verspreidt zich makkelijk via seksuele contacten. Opgelet! Momenteel wordt nog onderzocht of condooms wel voldoende bescherming beiden tegen het virus.  

Verder spreekt het ITG ook over ‘hoog risico’ contacten. Dit gaat dan om de uitwisseling van (veel) speeksel, langdurig contact met besmette oppervlakken of linnen (beddengoed, handdoeken, iemands kledij dragen), wonen bij een besmette persoon en drie uur of langer op één of twee zitplaatsen afstand van een persoon met symptomen zitten in een vliegtuig, bus of trein.  

De voornaamste voorzorgsmaatregelen:  

  • Beperk contact met besmette personen. Dit is natuurlijk niet vanzelfsprekend of mogelijk voor iedereen. Wissel in dat geval contactgegevens uit met personen met wie je intens direct contact hebt gehad.  
  • Blijf thuis indien je je ziek voelt. Zo bescherm je jezelf en anderen. Indien je toch je huis moet verlaten, bijvoorbeeld om naar de dokter te gaan, draag dan een mondmasker en kledij die eventuele huidletsels bedekt.

Ik denk dat ik besmet ben. Wat nu? 

  • Neem contact op met de bestaande testcentra of de polikliniek van het ITG op het nummer 03 247 66 66 van 9u tot 17u
  • Isolatie: blijf thuis, indien je huisgenoten hebt dan blijf je best in je eigen kamer.  
  • Vermijd lichamelijk contact, zeker seksueel contact. Opgelet: condooms alleen geven onvoldoende bescherming  
  • Vermijd contact met dieren (vooral knaagdieren)  
  • Verwittig mensen met wie je de afgelopen drie weken contact had 

Wat doet çavaria?  

Çavaria maakt deel uit van een ronde tafel over Mpox. Die bestaat uit leden van FOD volksgezondheid en verenigingen uit het middenveld. Tijdens deze gesprekken delen we de signalen die wij binnenkrijgen en manen we de overheid aan om sensitief en proactief om te gaan met deze epidemie.  

Zit jij met bezorgdheden? Je kan die aan ons doorgeven via [email protected] of volledig anoniem via Lumi

Daarnaast beklemtonen wij tijdens deze meetings de nood aan een uniforme strategische aanpak:  

  • tijdige en transparante communicatie via één algemeen informatiepunt per gemeenschap
  • aandacht voor stigmatisatie
  • diverse mogelijkheden voor vaccinatie zodat die voor iedereen toegankelijk is
  • minder strenge voorwaarden
  • meer vaccins

Çavaria blijft actief het werk van de regering in dit dossier opvolgen. We zijn blij met de vooruitgang, maar benadrukken dat er nog steeds een hoge nood is aan meer vaccins om alle MSM te beschermen. Ook is er nood aan meer testlocaties en een efficiënter verloop van deze testprocedure.  

Stigma  

Binnen Europa en Nood-Amerika vond de eerste uitbraak plaats binnen de sociale groep 'mannen die seks hebben met mannen' (MSM bv. homomannen). Omdat zij ook vaker contact hebben binnen dezelfde sociale groep zet het virus zich momenteel vooral verder binnen deze groep. Een besmetting heeft dus niets te maken met je seksuele oriëntatie. Iedereen die risicocontacten heeft met iemand die besmet is maakt kans op Mpox.  

Er is dus geen probleem met specifieke communicatiecampagnes en maatregelen naar deze groep toe. Het wordt echter wel een probleem wanneer de overheid voornamelijk inzet op campagnes gericht op MSM, zonder ook tegemoet te komen aan de nood aan hulpverlening en vaccinaties voor zij die hogere risico’s lopen. Echter door enkel te focussen op campagnes zonder gestructureerde hulpverlening, vergroot het risico op stigma en discriminatie die sowieso al rust op deze groep.  

In 2022 werden in België voornamelijk MSM getroffen worden door apenpokken. De overheid slaagde er toen onvoldoende in om hen uitgebreid en gestructureerd te voorzien  van vaccinaties, informatie en mentale ondersteuning.

Het was én is echter essentieel dat de brede bevolking gesensibiliseerd wordt. Zij zijn immers niet immuun voor het virus. Daarnaast speelt deze sensibilisering een belangrijke rol in het actief bevechten van stigmatisatie van MSM tijdens deze epidemie. Door de brede bevolking te voorzien van correcte informatie, minimaliseren we het risico op stigmatiserend gedrag naar MSM toe.

Kortom, het virus moet serieus genomen worden. Er is nood aan een structurele aanpak om het virus zo snel mogelijk aan te pakken.  Een aanpak met erkenning voor de angst die MSM op dit moment ervaren. Een aanpak waarin MSM beschermd worden en iedereen actief bijdraagt aan het indijken van dit virus.

Meer lezen?  
 
Monkeypox: get the facts right, push back against the stigma 

Meer info? Vragen?

Het Instituut voor Tropische Geneeskunde heeft alle nodige info gebundeld in een duidelijke FAQ. Klik hier voor meer info. 

Vragen? Nood aan een gesprek?  

Maakt dit je ongerust? Heb je nog vragen of nood aan een gesprek?  
Contacteer onze info- en luisterlijn Lumi via www.lumi.be  

Sekswerk

neon lichtgevend hartje

In 2019 besliste çavaria, onder meer in overleg met lidvereniging UTSOPI, om het beleid en standpunt rond sekswerk van onze Europese koepel ILGA-Europe over te nemen. Met dit beleid zetten we de mensenrechten van LGBTI sekswerkers centraal.

De term sekswerker verwijst naar volwassenen die toestemmen om zonder dwang seksuele diensten uit te wisselen tegen een bepaalde vorm van betaling. Sekswerk houdt geen geweld en dwang in, dat is een strafbaar feit. Zo is ook mensenhandel een zware schending van mensenrechten dat aangepakt moet worden en waarbij slachtoffers bescherming moeten krijgen.

In de diverse groep van personen die LGBTI+ zijn, zijn er altijd al personen geweest die sekswerker zijn. Daar zijn vele redenen voor die gaan van persoonlijke motivatie tot structurele uitsluiting. Ook discriminatie, pestgedrag, afwijzing door familie en vrienden en beperkte jobmogelijkheden zijn factoren die mensen die LGBTI zijn in de richting van sekswerk kunnen duwen.

Binnen de LGBTI+ beweging zijn verschillende verenigingen actief rond sekswerk. UTSOPI bestaat sinds 2015 en is als enige in haar soort een sekswerkersbeweging voor en door sekswerkers. Boysproject maakt in Antwerpen deel uit van het CAW en is een sociale organisatie voor mannelijke en transgender sekswerkers. Niet alleen vanuit bewegings- maar ook vanuit beleidswerk volgt çavaria de discussies rond sekswerk op.

In 2018 besliste de Europese koepel van holebi-, transgender- en intersekseorganisaties, ILGA-Europe, een nieuw beleid op te nemen rond LGBTI sekswerk, die gebaseerd was op eerdere workshops door en met sekswerkers in de Europese beweging[1]. Wereldwijd sluit de LGBTI-beweging zich hierbij aan. In 2019 riep Ilga World op:

By approving this resolution, our global LGBTI family is saying loud and clear that addressing violence, criminalisation and human rights violations against LGBTI and all sex workers must be a priority for our movement. LGBTI sex workers are an integral part of our communities and movements, and have shaped key moments in queer history: we must listen to their voices, stand by their side and continue our fight towards social justice for all.[2]

 

In 2019 besliste çavaria, onder meer in overleg met UTSOPI, om het beleid en standpunt van ILGA-Europe over te nemen. Met dit beleid zetten we de mensenrechten van LGBTI sekswerkers centraal.

Drie belangrijke punten komen in het beleid aan bod:

1. Strijden tegen de structurele discriminatie en sociale uitsluiting van personen die LGBTI zijn.

Het is belangrijk dat economische, sociale en culturele rechten van alle personen gegarandeerd worden.  Dit moet vermijden dat sekswerk als enige weg gezien wordt om te overleven. Personen moeten uit eigen wil kunnen kiezen of en wanneer er mee te stoppen. Maatregelen die genomen moeten worden gaan van het creëren van een veilige schoolomgeving tot de strijd tegen discriminatie in alle levensdomeinen,…

2. Oproepen tot decriminalisering als een hoeksteen voor de bescherming van de mensenrechten van sekswerkers.

Decriminalisering van sekswerk is essentieel om de mensenrechten van sekswerkers te kunnen verzekeren. Het zorgt voor een betere juridische bescherming (bv. tegen geweld), zonder dat sekswerkers zelf voor vervolging moeten vrezen. Het zorgt voor een erkenning van sekswerk als werk, waardoor veilige werkomstandigheden kunnen verzekerd worden, net als een goede sociale bescherming en een betere toegang tot sociale en gezondheidsvoorzieningen. Het draagt bij aan het verminderen van het stigma en duwt sekswerkers niet in de schaduw.

In België zelf zit sekswerk in een grijze zone, waarbij het werk zelf niet verboden is, maar professionele diensten leveren aan sekswerkers wel strafbaar is. Dit heeft invloed op het kunnen gebruik maken van diensten van banken, verzekeraars, boekhouders, maar geeft ook problemen voor uitbetaling of sociale bescherming. Er is daarom nood aan een betere toegang tot het zelfstandigenstatuut met de mogelijkheid gebruik te kunnen maken van professionele diensten en de nood om te kunnen werken onder een betaald contract dat de nodige bescherming en veilige omstandigheden biedt.

3. Werken aan de volledige inclusie van de stemmen van sekswerkers in de LGBTI-gemeenschap.

LGBTI sekswerkers hebben altijd deel uitgemaakt van de LGBTI-beweging. Het is belangrijk dat hun plaats ook gezien en erkend wordt en we er samen voor zorgen dat hun stem gehoord wordt, net als alle andere diverse stemmen in de brede beweging gehoord moeten worden. Hiervoor moeten we ook werken aan bewustzijn rond de mensenrechten van LGBTI sekswerkers en het stigma rond sekswerk doorbreken.

 

Çavaria werkt de komende jaren verder aan het implementeren van deze visie binnen de Belgische context ism onze partners en verenigingen.

 

[1] https://www.ilga-europe.org/blog/why-we-have-new-policy-lgbti-sex-work

[2] https://ilga.org/sex-work-lgbti-organisations-call-for-decriminalisation. Ook internationale organisaties als UNAIDS delen dit standpunt: https://www.unaids.org/en/resources/presscentre/pressreleaseandstatementarchive/2019/december/decision-northern-territory-australia-decriminalize-sex-work

Werk je aan een opdracht rond het LGBTI+ thema? 

Welzijn

twee oudere vrouwen kamperen

Iedereen heeft recht op een goede fysieke en mentale gezondheid. Om dat waar te maken voor LGBTI+ personen moet de welzijnssector een veilige en inclusieve omgeving zijn waar wij zonder drempels naartoe kunnen stappen. Hulpverleners moeten opleiding en ondersteuning krijgen om LGBTI+ hulpvragers op een juiste manier te benaderen. 

Wat doet çavaria?

Ik wil meedoen

Nieuws en actualiteit

Wat is Mpox, hoe zit het met de vaccins en wat doet çavaria?

Ik wil verhalen lezen over LGBTI+ welzijn

Ik heb hulp nodig

Zit je met vragen? Nood aan een luisterend oor? Onze info- en luisterlijn Lumi is er voor je. Gratis en anoniem via www.lumi.be.

Bloeddonatie door MSM

2 armen met een pleister met bloedsymbool erop

Als man die seks heeft met mannen (of MSM) mag je vanaf juli 2023 alleen bloed doneren wanneer je 4 maanden geen seksuele contacten hebt gehad. Deze maatregel bestaat om te voorkomen dat seksueel overdraagbare ziektes verder zouden verspreiden. In het geval van MSM gaat dit vooral over de verspreiding van hiv. Mannen die seks hebben met mannen zijn namelijk, historisch gezien, een risicogroep voor het oplopen en doorgeven van hiv. 

Waarom is dit problematisch?  

MSM worden nu op basis van hun groepsidentiteit uitgesloten van bloeddonatie. De veronderstelling dat alle MSM seksueel risicovol gedrag stellen is stereotyperend en fout. Net zoals de hiv-epidemie is de groep MSM divers: er bestaat niet één vast profiel van MSM.   

De uitsluiting van 4 maanden, die in feite voor de meeste MSM een volledige uitsluiting is, is een traumatische en ongerechtvaardigde actie. Het gevaar komt niet voort uit iemands seksuele oriëntatie, maar wel uit individueel seksueel gedrag dat iemand stelt.    

Daarnaast zien we nog enkele argumenten tegen deze uitsluiting: 

  • Door de vernieuwde bloedscreening tools en het universele testen van alle gedoneerde bloedproducten is het risico op transfusie gerelateerde hivinfectie extreem laag. 
     

  • Recent onderzoek uit 2019 van Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, toont aan dat er bij MSM een dalend besmettingscijfer van hiv is.  
     

  • Deze aanpak versterkt stigmatisering leidt het tot een gemiddeld lager welzijn door gezondheidsongelijkheden. Dat leidt tot een vervreemding van gezondheidsinstellingen, hogere percentages verstoorde gemoedstoestanden en suïcidaliteit, middelenmisbruik en een slechtere fysieke gezondheid. 
     

  • Er is een tekort aan bloeddonoren in Vlaanderen. Volgens de cijfers van het Rode Kruis doneert maar 3% van de volwassenen bloed. MSM toelaten om te doneren zou tegemoetkomen aan de tekorten en is in het algemeen belang.  

Çavaria wil dat deze discriminatie op basis van groepsidentiteit eindigt. We stellen voor over te gaan op een individuele risicoanalyse van elke donor op basis van hun seksueel risicogedrag, los van seksuele oriëntatie. Wij vragen een gelijkwaardige behandeling van MSM.

Waarvoor ijvert çavaria?   

Çavaria wil dat deze discriminatie op basis van groepsidentiteit eindigt. We stellen voor over te gaan op een individuele risicoanalyse van elke donor op basis van hun seksueel risicogedrag, los van seksuele oriëntatie. Wij vragen een gelijkwaardige behandeling van MSM.  

Concreet wil dit zeggen:  

  • Toelating van MSM om bloed te doneren zonder uitsluitingscriteria specifiek op basis van hun identiteit als MSM. 

  • Een uitgebreide vragenlijst waarin men iedereen bevraagt over individueel risicogedrag met niet-stigmatiserende formuleringen.  

  • In geval van individueel risicogedrag een algemene uitsluiting van 4 maanden voor iedereen, ongeacht seksuele oriëntatie.  

Hoe verder?  

De wetgever zegt in 2023 de wet opnieuw te willen bekijken. Als onderzoek over landen waar geen uitsluitingstermijn geldt voor MSM, positieve resultaten toont, zal die mogelijk afgeschaft worden. Çavaria blijft dit dossier nauw opvolgen.

Disclaimer: wettelijk kan een potentiële donor die foutieve informatie meegeeft in de vragenlijsten van donorcentra aangeklaagd worden voor valsheid in geschrifte, het gebruik van valse stukken en het aanzetten tot deze misdrijven.

Bloeddonatie door transgender personen

wollen hart in hand

Het Rode Kruis sluit vanaf 30 september 2019 transgender personen niet langer uit van het geven van bloed. Het Rode Kruis lanceerde dit nieuwe beleid na overleg met çavaria en het Transgender Infopunt. Voor donoren die transgender zijn, worden nu dezelfde regels rond uitsluiting gehanteerd die gelden voor alle donoren. Er is wel (omwille van medische redenen) een specifiek uitstel van drie maanden wanneer iemand gestart is met een hormonale therapie.

Çavaria is echter niet akkoord met het feit dat het Rode Kruis bepaalde seksuele contacten van en met transgender personen in de feiten gelijk stelt aan risicocontacten. Er is hier geen basis voor en we roepen het Rode Kruis op om dit te herzien.

In april 2019 voegde het Rode Kruis een nieuwe vraag toe aan haar medische vragenlijst voor donoren waarmee transgender personen (voorlopig) uitgesloten werden van het doneren van bloed: ‘Komt uw huidige geslacht overeen met uw geslacht geregistreerd bij geboorte?’ Deze vraag zou daarvoor ook al mondeling gesteld zijn door de afnameartsen.

Na overleg met çavaria en het Transgender Infopunt werd op 30 september een nieuw beleid gelanceerd, zodat transgender personen wel bloed kunnen geven. Het houdt in dat voor transgender donoren dezelfde regels gelden als voor alle donoren.

 

Uitstel omwille van hormonale therapie

Wanneer een transgender persoon in het kader van een medische transitie een hormonale therapie opstart, zal er wel een uitstelperiode gelden van drie maanden sinds de opstart van de therapie. Hiermee wordt rekening gehouden met het veranderen van het hemoglobinegehalte in het bloed. Omwille van dit gehalte wordt in de wetgeving een onderscheid gemaakt tussen ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ bloedgevers.

 

Registratie van het rijksregisternummer

Het Rode Kruis zal het huidige rijksregisternummer registreren en de koppeling maken met het oude nummer. Dit is belangrijk om alle bloedproducten te kunnen traceren. Het Rode Kruis moet het geslacht bij de geboorte ook kunnen bepalen om transfusiereacties te vermijden. Bij een vrouwelijk geboortegeslacht kunnen er immers antistoffen in het bloed aanwezig zijn die deze reactie veroorzaken. Çavaria pleit ervoor om de onduidelijke vraag op de medische vragenlijst (komt uw huidige geslacht overeen met het geslacht geregistreerd bij de geboorte) te vervangen door een administratieve vraag over het huidige (en eventuele oude) rijksregisternummer. In combinatie met de vraag naar hormonale therapie moet dit het Rode Kruis voldoende inzicht bieden om risico’s uit te schakelen.

 

Toch nog uitsluiting op basis van seksuele contacten

Uit de gesprekken met het Rode Kruis blijkt dat er toch een specifieke uitstelperiode geldt voor transgender personen in het kader van seksuele contacten, gelijkgesteld aan een risicosituaties (= uitstel van 12 maanden). Concreet betekent dit dat enkel een seksueel contact tussen een cisgender vrouw en een transgender persoon niet gelijkgesteld wordt aan een verhoogd risicocontact. In dit geval geldt dus de algemene uitsluiting van 4 maanden na het eerste seksueel contact met een nieuwe partner.

In de andere gevallen geldt bij transgender personen een uitsluiting van 12 maanden na het laatste seksuele contact.

Het Rode Kruis kan echter maar uitsluiten als blijkt – op basis van nationale epidemiologische gegevens – dat er een aantoonbaar risico bestaat. Op dit moment zijn er geen gegevens die dit aantonen en een uitsluiting is volgens çavaria dus ongegrond. We vragen het Rode Kruis daarom om hun beleid aan te passen.

 

Zit je met vragen?

Heb je zelf nog vragen, dan kan je terecht bij het Rode Kruis op rodekruis.be/trans. Is er een situatie bij een donatie die je wil melden, is er een onterechte weigering of een ander issue, dan kan je dit melden bij Lumi, via www.lumi.be. Zo kunnen de medewerkers van Lumi het signaal doorgeven aan çavaria, om mee te nemen in het overleg met het Rode Kruis.

Heb je vragen over discriminatie, genderidentiteit of genderexpressie? Wil je meer informatie over je rechten als transgender persoon? Word je gediscrimineerd op basis van je gender of je genderidentiteit, en wil je klacht indienen? Neem dan contact op met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Je kan er terecht voor gratis informatie, advies en juridische bijstand. Je melding wordt in alle vertrouwelijkheid en steeds met jouw akkoord behandeld. Dat kan via het gratis nummer, 0800 12 8000, of via het meldingsformulier op de website igvm-iefh.belgium.be.

Duurzame Ontwikkelingsdoelen VN (SDG's)

sdg

In september 2015 vond in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York de Duurzame Ontwikkelingstop plaats waar alle staatshoofden samenkwamen. Ze bespraken de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals - SDG's) die tegen 2030 bereikt moeten worden. Het doel van de SDG's is om armoede en ongelijkheid uit te roeien, economische vooruitgang te boeken en tegelijk duurzaam om te gaan met onze planeet. 

Het kernprincipe van de SDGs is ‘leave no one behind’. De doelstellingen moeten voor én door iedereen bereikt worden, waar ook ter wereld. KLIQ en çavaria zetten zich in voor een inclusieve toepassing van de SDG's zodat de ze ook voor holebi, trans en intersekse personen waargemaakt worden. Daarvoor ontwikkelen we de nodige materialen en werken we samen met verschillende actoren.

    LOKALE BESTUREN

    KLIQ en çavaria ontwikkelden de brochure Leave no one behind -  SDG's en LGBT+ inclusieom lokale besturen op weg te helpen om de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties om te zetten in de praktijk. De focus ligt op wat steden en gemeenten kunnen doen voor holebi’s en transgenders.

    De brochure geeft gemeenten en lokale instellingen aan welke acties zij kunnen ondernemen om in hun lokale en internationale werk op een LGBT+-inclusieve manier aan de slag te gaan met de SDG's. Daarbij worden ook bestaande praktijkvoorbeelden gegeven.

    KLIQ biedt vormingen aan over SDG's en LGBT+ inclusie voor lokale besturen.

    Leave no one behind: SDG's en LGBT+ inclusie

    Bedrijven hebben een grote impact op duurzame ontwikkeling. De economie groeit wanneer zij het goed doen, via tewerkstelling kunnen ze armoede en ongelijkheid tegengaan en met een duurzaam beleid helpen ze het milieu beschermen en herstellen. KLIQ en çavaria sporen bedrijven daarom aan zich in te zetten voor de SDG's. 

    Zo is KLIQ lid van The Shift, het Belgische netwerk van bedrijven, ngo's en andere actoren die zich inzetten voor duurzaamheid. Binnen dit netwerk deelt KLIQ haar expertise over seksuele en genderdiversiteit en bouwen we aan samenwerkingen met andere leden. Voor meer informatie kan je terecht bij Michel Ducaté.

    Çavaria werkt daarnaast, binnen het project Bedrijven en de inclusieve SDG's, aan een e-learning voor bedrijven. Een informatieve module zal hen wegwijs maken in de SDG’s, hoe seksuele & genderdiversiteit in dit kader passen en wat waardig werk (SDG 8) voor LGBTI+ personen betekent. De toolbox module zal praktisch materiaal om dit op de werkvloer om te zetten, zoals een roadmap en een concrete case over Zuid-Afrika. Voor meer details, kan je contact opnemen met Eva Declerck

    Als één van de 191 VN-lidstaten engageerde België zich de SDG's te verwezenlijken tegen 2030. Hiervoor is een ambitieuze aanpak nodig op alle beleidsniveaus. Perspective 2030 is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties die de vinger aan de pols houden van onze regeringen. Als lid zorgt çavaria ervoor dat bij beleidsaanbevelingen en de uitvoering ervan aandacht wordt besteed aan de sterktes en noden van holebi, trans en intersekse personen. Zo werkte çavaria nauw samen met de andere leden aan het ‘Mind the gap’ rapport. Een dossier met prioriteiten en dringende aanbevelingen voor elke SDG. Want om 2030 te halen, moeten we dringend een versnelling hoger schakelen!

     

    Brochure 'Leave no one behind'
    Hoe past seksuele diversiteit & genderdiversiteit in het SDG-kader (Sustainable Development Goals) van de VN?