Meemoeder

  • Wanneer een vrouwenkoppel een kind krijgt, is de meemoeder de partner die niet zwanger was en het kind niet baarde. 

  • Voor meemoeders met Belgische nationaliteit geldt: een meemoeder wordt bij de geboorte van haar kind automatisch de tweede juridische ouder als ze getrouwd is met de geboortemoeder (net zoals de vader bij een man-vrouwkoppel). Indien de meemoeder en geboortemoeder niet getrouwd zijn, kan de meemoeder haar kind erkennen bij de burgerlijke stand. 

  • Meemoeder is de wettelijke term. Ouders kunnen uiteraard steeds zelf kiezen hoe ze zichzelf benoemen/presenteren naar hun kind en anderen. 

Minderheid

  • Het woord ‘minderheid’ betekent letterlijk een groep mensen die minder dan de helft van de samenleving uitmaakt. Vrouwen zijn daardoor geen minderheidsgroep maar ervaren wel een gelijkaardige positie als minderheden in de samenleving. Ze krijgen minder kansen en ervaren onderdrukking op de basis van de groep waartoe ze behoren. Voorbeelden van minderheidsgroepen zijn trans personen, personen met een beperking of etnisch-culturele minderheden.   

Minderheidsstress

  • De specifieke stress die voortkomt uit het feit dat je deel uitmaakt van een minderheidsgroep. Weten dat je deel uitmaakt van een minderheidsgroep, merken dat je minder kansen krijgt, regelmatig te maken krijgen met discriminatie of onbegrip… Die zaken leveren bijkomende stress op en kunnen negatieve gevolgen hebben op je dagelijks leven. Zo krijgen LGBTI+ personen vaak te maken met negatieve opmerkingen en discriminatie, en zijn ze vaker slachtoffers van fysiek geweld dan personen die niet LGBTI+ zijn. Dit kan gevolgen hebben voor hun (mentale) gezondheid.

Misgenderen

  • Wanneer je iemand aanspreekt met woorden die niet bij de genderidentiteit van die persoon passen. 

  •  Bijvoorbeeld: 

    • Wanneer je naar iemand verwijst met ‘haar’ terwijl die persoon wil dat er naar hem verwezen wordt met hij/zijn voornaamwoorden.   

    • Wanneer iemand over je spreekt als ‘dames’, maar je voelt je geen ‘dame’.  

Mononormativiteit

  • Mononormativiteit komt voort uit monogamie als norm. Het is de veronderstelling dat romantische en seksuele relaties alleen kunnen voorkomen en normaal zijn tussen twee monogame partners. 

Monoseksualiteit

  • Als je steeds seksueel en/of romantisch valt op mensen met dezelfde genderidentiteit hebben, dan kan je jezelf monoseksueel noemen. Bijvoorbeeld: iemand die altijd op mannen valt, is monoseksueel. Iemand die steeds op non-binaire personen valt is ook monoseksueel. Hetzelfde geldt voor wie steeds op vrouwen valt. Een monoseksueel persoon kan zich daarnaast ook specifiek identificeren als hetero, homo of lesbisch. 

  • Monoseksualiteit als term wordt doorgaans gebruikt met betrekking tot zowel seksuele als romantische aantrekking. Er kan echter een onderscheid gemaakt worden tussen beide: monoseksueel en monoromantisch. Daarbij voelt een monoseksueel iemand seksuele aantrekking tot mensen van één genderidentiteit. Een monoromantisch iemand voelt romantische aantrekking tot mensen van één genderidentiteit. Romantische en seksuele aantrekking kunnen samenvallen, maar dat is niet voor iedereen zo. 

  • Monoseksualiteit is de tegenhanger van biseksualiteit (zie: Bi+).