Gay

  • Het woord gay is ontstaan vanuit het Engels voor ‘vrolijk’. De betekenis schoof op naar homoseksueel, en tegenwoordig wordt het woord ook door andere LGBTI+ personen gebruikt.

Gaydar

  • Men zegt wel eens dat LGBTI+ personen een extra zintuig (=gaydar) hebben om elkaar te herkennen. Dat is gebaseerd op kleine, subtiele vormen van herkenning die vooral gebaseerd zijn op stereotiepe opvattingen van hoe een LGBTI+ persoon eruit zou moeten zien. 

  • Hoewel het uiterlijk van een persoon niet bepaalt welke seksuele oriëntatie die heeft, kunnen LGBTI+ personen wel aan elkaar laten blijken dat ze deel zijn van de LGBTI+ gemeenschap. Dit noemt men signaling.

Geïnternaliseerde holebi-, trans- en interseksefobie

  • Als LGBTI+ persoon groei je op in een samenleving waarin nog veel negatieve gevoelens, impliciete en expliciete vooroordelen en stereotypen bestaan over LGBTI+ personen. Je kan die vooroordelen ‘internaliseren’ en dus onvrijwillig, onbewust op jezelf toepassen. Dit kan resulteren in een laag zelfbeeld, schaamte en soms zelfhaat. Vanuit een innerlijk conflict gaan mensen bijvoorbeeld hun oriëntatie ontkennen, of zich uitgesproken LGBTI+ foob gedragen om niet ‘ontdekt’ te worden.

Gender

  • Gender is een sociale constructie die de positie van personen binnen de samenleving mee bepaalt. Er is traditioneel een binaire opdeling van gender, de klassieke tweedeling man en vrouw. Hieraan worden bepaalde verwachtingen en rollen gekoppeld. Tegenwoordig wordt deze binaire gendernorm meer in vraag gesteld (zie: Gendernorm) en gender gezien als een spectrum. 

  • In andere delen van de wereld zijn er samenlevingsmodellen met meer dan twee genders. Zo heb je in India bijvoorbeeld een derde gender, de Hijra. Gender is een ongeschreven sociaal normerend systeem maar kan ook terugkomen in rechtssystemen. Deze sociale afspraken zijn tijds- en plaatsspecifiek. Ze kunnen met andere woorden veranderen doorheen de tijd en verschillen van plaats tot plaats. 

  • Gender is niet hetzelfde als geslacht (of sekse). Geslacht wordt bij de geboorte bepaald op basis van lichamelijke kenmerken. Gender is hoe je zelf jouw identiteit ervaart.  

Genderbevestiging

  • Het veranderen van je lichaam zodat je geslacht matcht met jouw genderidentiteit.  

Genderdiversiteit

  • Deze term omvat alle verschillende genderidentiteiten die er bestaan. Dit is eigenlijk oneindig. Veel voorkomende voorbeelden zijn: man, vrouw, trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair…   

Gendereuforie

  • Gendereuforie is het fijne gevoel, het comfort of de vreugde die iemand voelt wanneer iemand zichzelf erkend voelt, of door anderen erkend wordt in hun genderidentiteit. Dat kan bijvoorbeeld wanneer een trans persoon zich presenteert als, gezien wordt als, of voorstelt als hun genderidentiteit.  

  • Gendereuforie is de tegenhanger van genderdysforie (zie: Genderdysforie). Beiden komen voornamelijk voor bij trans personen.  

  • Sommige trans personen ervaren geen genderdysforie wanneer ze verkeerd aangesproken worden, maar voelen wel gendereuforie wanneer ze door anderen gezien worden zoals ze zichzelf zien. 

  • Iets wat ook voor gendereuforie kan zorgen is genderbevestiging. Genderbevestiging is een overkoepelende term voor de reeks acties, veranderingen en mogelijkheden die betrokken zijn om volgens ons authentieke genderzelf te leven. 

Genderexpressie

  • Genderexpressie is de manier waarop iemand zich uit naar de buitenwereld. Dat kan in de vorm van kleding en make-up, maar ook door een bepaalde lichaamshouding, spraak of manier van bewegen.  

  • Volgens de huidige gendernormen (zie: Gendernorm) horen vrouwen zich op een specifieke manier te uiten, en mannen op een andere. De verwachting die deze norm creëert komt niet overeen met de werkelijkheid. Iemands genderidentiteit valt niet strikt te koppelen aan een bepaalde genderexpressie. Zo kunnen cisgender of trans mannen, non-binaire personen, genderfluïde personen… er net als sommige cisgender vrouwen voor kiezen om een jurk te dragen.  

Genderfluïde

  • Als je genderidentiteit verandert doorheen de tijd, dan kan je jezelf genderfluïde noemen. Genderfluïde personen voelen hun genderidentiteit ‘vloeien’ tussen verschillende genderidentiteiten op het genderspectrum (zie: Genderspectrum). Die fluctuaties kunnen gaan tussen binaire en/of non-binaire genderidentiteiten. Mensen kunnen zich dus niet enkel de ene keer meer man en de andere keer meer vrouw voelen. Het kan ook dat iemand zich het ene moment agender (zie: Agender) voelt, een andere keer vrouw, en nog een volgende keer non-binair (zie: Non-binair).

Genderidentiteit

  • Genderidentiteit is het innerlijke gevoel zich man, vrouw, (afwisselend) beiden, of geen van beiden te voelen. Het is iemands innerlijke en individuele ervaring van gender. Het kan wel of niet overeenstemmen met het toegewezen geslacht. 

  • Tegenwoordig wordt genderidentiteit bekeken als een spectrum (zie: Genderspectrum) waarop veel verschillende binaire en non-binaire genderidentiteiten te vinden zijn. Er bestaan dus niet enkel mannelijke en vrouwelijke genderidentiteiten, maar ook variaties van beide of van geen van beide. Voorbeelden zijn: bigender, man, genderfluïde (zie: Genderfluïde), non-binair (zie: Non-binair), vrouw… Sommige mensen ervaren geen genderidentiteit, dit noemen we agender (zie: Agender). 

  • Iemands genderidentiteit hoeft niet vast te liggen, en kan veranderen doorheen de tijd.  

  • De cisgendernorm (zie: Cisnormatief) creëert de valse verwachting dat iedereens genderidentiteit overeenkomt met de genderidentiteit die hen werd toegewezen bij de geboorte (op basis van het hun geslachtsdelen). Dat klopt niet. Bij trans en non-binaire personen wordt op dat moment meestal de verkeerde veronderstelling gemaakt. Ook bij intersekse personen kan die toegewezen genderidentiteit niet kloppen.  

  • De cisgendernorm (zie: Cisnormatief) gaat uit van maar twee genderidentiteiten en een strikte tweedeling daartussen: mannen enerzijds en vrouwen anderzijds. Deze norm komt niet overeen met de grote variatie aan genderidentiteiten op het genderspectrum, en de manier waarop veel personen zichzelf benoemen. 

  • Klik hier om naar een video over genderidentiteit te kijken.

Genderinclusiviteit

Genderincongruentie

  • Dat is wanneer een persoons genderidentiteit niet of niet volledig overeenkomt met het gender dat werd aangewezen bij de geboorte.  

Gendernorm

  • Gendernormen zijn de sociale afspraken en verwachtingen die een samenleving koppelt aan een geslacht of genderidentiteit. In veel samenlevingen zijn die binair. Ze gaan uit van een tweedeling (mannen – vrouwen) en zeggen dat die twee groepen zich op twee verschillende en duidelijk afgebakende manieren moeten gedragen. Zo wordt er in België vaak verwacht dat mannen geen jurk dragen, en dat vrouwen geen auto kunnen repareren. Wanneer iemand niet in het gendernormatieve plaatje past, kan dat voor conflict zorgen. Zowel een innerlijk conflict, als onbegrip en discriminatie van de buitenwereld. 

Genderqueer

  • Als je je niet thuis voelt binnen de binaire genderidentiteiten en genderrollen (mannelijk en vrouwelijk), en je jezelf niet ziet passen in een vast genderhokje, dan kan je jezelf identificeren als genderqueer. Genderqueer mensen zien hun genderidentiteit als iets dat niet vast hoeft te staan, iets dat kan en mag veranderen.

Genderspectrum

  • Het genderspectrum is een manier om gender te omschrijven zonder te vertrekken vanuit een binaire kijk op genderidentiteit, -rollen, en -expressie. Het genderspectrummodel stelt gender voor een continuüm dat mannelijk en vrouwelijk omvat, maar omschrijft ze niet als strikt omlijnd of als tegenpolen. De voorstelling van gender als een spectrum maakt het mogelijk om naast mannen en vrouwen ook andere genderidentiteiten op te nemen. Het genderspectrum erkent niet-binaire genderidentiteiten en niet-binaire genderexpressies.

Gendervariant kind

  • Kinderen die experimenteren op vlak van genderexpressie, gedrag stellen dat afwijkt van de gendernormen of aangeven een andere genderidentiteit te hebben dan wat werd toegewezen bij de geboorte, worden gendervariant genoemd. Een gendervariant kind kan trans zijn. Toch wordt de term trans minder gebruikt om naar gendervariante kinderen te verwijzen. Dat is omdat gender een spectrum is (zie: Genderspectrum) en jonge kinderen daarop vaak nog hun eigen weg zoeken. Vaak identificeren ze zich ook nog niet bewust met een bepaalde genderidentiteit. Die kinderen wil men zelf laten ontdekken waar ze zich goed bij voelen, en dus wordt vermeden om ze vanaf een jonge leeftijd in een vast ‘hokje’ te plaatsen. Termen als genderkind of gendervariant kind vormen in dit geval een alternatief voor trans.

Geslacht

  • Het geslacht van iemand wordt bepaald bij de geboorte. Het is vaak enkel en alleen gebaseerd op wat de artsen visueel waarnemen bij de geboorte, en wordt als zodanig vastgelegd op de geboorteakte.  

  • Daarbij hanteren artsen normen over hoe een lichaam er uit moet zien om het als jongen of meisje te registreren. Geslacht of sekse wordt bepaald op basis van lichamelijke kenmerken. Het binaire model gaat uit van twee geslachten: man en vrouw, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken (zie: Geslachtskenmerken). Die twee groepen maken deel uit van het brede geslachtskenmerkenspectrum, maar er bestaat veel meer lichaamsvariatie. Mensen met geslachtskenmerken die niet binnen de klassieke tweedeling M/V vallen of variaties hebben in geslachtskenmerken, hebben een intersekse lichaam (zie: Intersekse). In de medische wereld worden verschillende lichaamsvariaties verzameld onder de medische term DSD (zie: DSD). 

Geslachtskenmerken / Seksekenmerken

  • Geslachtskenmerken zijn kenmerken die samenhangen met het biologisch geslacht. Concreet gaat het om: chromosomen, inwendige geslachtsklieren, hormonen, inwendige en uitwendige geslachtsorganen en de verdere ontwikkeling tijdens de puberteit. 

  • Het binaire model gaat uit van twee geslachten: man en vrouw, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Deze twee groepen maken deel uit van het brede geslachtskenmerkenspectrum, maar er bestaat veel meer lichaamsvariatie. 

  • Mensen met geslachtskenmerken die niet binnen de tweedeling M/V vallen, hebben een intersekse lichaam (zie: Intersekse). In de medische wereld worden verschillende lichaamsvariaties verzameld onder de medische term DSD (zie: DSD).

Geslachtsoperatie

  • Een geslachtsoperatie of genderbevestigende ingreep heeft als doel het ongemak dat iemand voelt tegenover het eigen lichaam (zie: Genderdysforie) te verzachten of zelfs weg te nemen. In dat geval brengt een genderbevestigende ingreep iemands lichaam meer in overeenstemming met hun persoonlijke genderidentiteit en hun gewenste expressie. 

  • Er bestaan verschillende soorten genderbevestigende ingrepen. Zo kan men bijvoorbeeld hormonen nemen, de adamsappel laten weghalen of borstweefsel laten verwijderen, penis laten reconstrueren (=falloplastie)… Elke trans persoon kan voor zichzelf kiezen of die een ingreep wil, en welke ingreep die wil. Een uitgebreid overzicht aan verschillende operaties vind je hier.  

  • Je kan trans zijn met of zonder genderbevestigende ingrepen. Niet iedere trans persoon ervaart genderdysforie, heeft de financiële mogelijkheden om een genderbevestigende ingreep te laten uitvoeren, of wil de bijhorende medische risico’s accepteren.  

  • Vaak zijn er lange wachtlijsten en procedures (bv: psychologische begeleiding voor deze operaties.

Geweld

  • Elke grensoverschrijdende handeling die een persoon ervaart als geweld, is geweld. Er zijn vier soorten: fysiek, verbaal, materieel en seksueel geweld. Ook als de pleger zegt dat die het niet als geweld bedoelde, maar je dat wel zo ervaarde, heb je geweld meegemaakt. 

  • Daden van geweld zijn pas strafbaar als ze volgens de wet een 'misdrijf' zijn. Als het geweld ontstaat vanuit vooroordelen over een bepaalde minderheidsgroep (etniciteit, seksuele oriëntatie, religie...) kan het berecht worden als haatmisdrijf. 

  • Wanneer iemand een persoon geweld aandoet omwille van seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie en/of seksekenmerken, is dit een haatmisdrijf en een vorm van LGBTI+ fobie. 

Grey Asexual

GSA

  • Staat voor Gender & Sexuality Alliance. Het is een organisatie of groep leerlingen en allies die zich ontfermen over het creëren van een veilige omgeving op school voor iedereen. 

Gynefilie

  • Als je gynefiel/gyneseksueel bent, val je op vrouwen of vrouwelijkheid. Omdat de term gebruikt kan worden door iemand van eender welke genderidentiteit wordt de term soms gezien als een alternatief voor de tweesplitsing hetero- en homoseksualiteit. Mannen, vrouwen, non-binaire personen... kunnen allemaal gynefiel/gyneseksueel zijn. 

  • Met deze term kan je je aantrekking tot persoonskenmerken omschrijven zonder er automatisch je eigen genderidentiteit of sekse bij te betrekken. Ook de genderidentiteit of sekse van de persoon waarop je valt, hoeft hierbij niet betrokken te worden.  

  • De term maakte al heel wat betekenisverschuivingen mee. In sommige gevallen werd de term in verband gebracht met LGBTI+ negativiteit (zie: Holebinegativiteit/ Transnegativiteit/ Interseksenegativiteit) en cisnormatieve opvattingen (zie: Cisnormatief). Met betrekking tot trans en non-binaire personen kan de term gynefiel/gyneseksueel bijvoorbeeld problematisch zijn. Een gynefiel/gyneseksueel valt op ‘vrouwelijkheid’, maar wat is vrouwelijkheid? Op deze manier valt de term terug op cisnormatieve opvattingen. 

  • Naast gynefilie is er ook de tegenhanger androfilie, aantrekking tot mannelijkheid (zie: Androfilie).