Een term die beschrijft dat het geslacht dat je toegewezen werd bij de geboorte niet overeenkomt met je genderidentiteit. Als je bij de geboorte bijvoorbeeld het vrouwelijk geslacht toegewezen werd, maar je voelt je geen vrouw, dan ben je trans(gender). Als dit wel overeenkomt dan ben je cisgender. (zie: Cisgender)
Trans is een verkorte vorm van transgender. Bij personen gebruik je trans als een bijvoeglijk naamwoord om duidelijk te maken dat de persoon meer is dan transgender. Zeg dus ‘trans(gender) persoon’ en niet ‘een transgender’ of ‘een trans(gender)persoon’.
Het is niet nodig om het bijvoeglijk naamwoord ‘trans’ in ieder individueel geval te gebruiken. Als het trans zijn van de persoon die je wil vermelden niet relevant is voor het nieuws dat je brengt, dan kan je hen simpelweg omschrijven als ‘persoon’, vrouw’ of ‘man’ (afhankelijk van de persoons specifieke genderidentiteit).
Trans*: Naast trans en transgender werd ‘trans*’ ook een tijdje gebruikt. Er kwam echter kritiek vanuit een deel van de trans gemeenschap op deze term. ‘Trans*’ is lastig om uit te spreken, en het woord ‘trans’ was op zich al een wijdverspreide en veelgebruikte parapluterm.
De asterisk (*) heeft een oorsprong in de computerwereld waar die wordt ingegeven na een zoekterm om aanvullingen op de term te tonen. Met trans* bedoelde men dus dat alle soorten identiteiten die afwijken van de cisgendernorm erbij horen (transgender, genderqueer, agender, etc.).
Hoewel het doel was om meer inclusief te zijn, had de term voor sommigen een omgekeerd effect omdat het impliceerde dat niet-binaire trans personen niet welkom waren onder de al bestaande parapluterm ‘trans’. Tegenwoordig wordt trans gebruikt als een even brede en inclusieve term, waardoor ‘trans*’ eerder in ongebruik raakte.
Benieuwd naar meer definities? Bezoek dan zeker onze woordenlijst.