Trans personen

Samuel leest in een boek

Op deze pagina vind je meer informatie over en voor trans personen. 

Trans(gender) is een term die gebruikt wordt wanneer het geslacht dat je toegewezen krijgt bij de geboorte niet overeenkomt met je genderidentiteit. Trans en transgender zijn synoniemen.

Het Grondwettelijk Hof gaf çavaria gelijk. Een historische beslissing! De transgenderwet moet op redelijke termijn worden aangepast om de discriminatie van non-binaire en genderfluïde personen weg te werken.

Woordgebruik

Trans

  • Trans is een verkorte vorm van transgender (zie: Transgender). Bij personen gebruik je trans als een bijvoeglijk naamwoord om duidelijk te maken dat de persoon meer is dan transgender. Zeg dus ‘trans(gender) persoon’ en niet ‘een transgender’ of ‘een trans(gender)persoon’.
  • Het is niet nodig om het bijvoeglijk naamwoord ‘trans’ in ieder individueel geval te gebruiken. Als het trans zijn van de persoon die je wil vermelden niet relevant is voor het nieuws dat je brengt, dan kan je hen simpelweg omschrijven als ‘persoon’, vrouw’ of ‘man’ (afhankelijk van de persoons specifieke genderidentiteit).
  • Trans*: Naast trans en transgender werd ‘trans*’ ook een tijdje gebruikt. Er kwam echter kritiek vanuit een deel van de trans gemeenschap op deze term. ‘Trans*’ is lastig om uit te spreken, en het woord ‘trans’ was op zich al een wijdverspreide en veelgebruikte parapluterm.
    • De asterisk (*) heeft een oorsprong in de computerwereld waar die wordt ingegeven na een zoekterm om aanvullingen op de term te tonen. Met trans* bedoelde men dus dat alle soorten identiteiten die afwijken van de cisgendernorm erbij horen (transgender, genderqueer, agender, etc.).
    • Hoewel het doel was om meer inclusief te zijn, had de term voor sommigen een omgekeerd effect omdat het impliceerde dat niet-binaire trans personen niet welkom waren onder de al bestaande parapluterm ‘trans’. Tegenwoordig wordt trans gebruikt als een even brede en inclusieve term, waardoor ‘trans*’ eerder in ongebruik raakte.

Genderidentiteit

  • Genderidentiteit is het innerlijke gendergevoel dat mensen ervaren. Tegenwoordig wordt genderidentiteit bekeken als een spectrum (zie: Genderspectrum) waarop veel verschillende binaire en non-binaire genderidentiteiten te vinden zijn. Er bestaan dus niet enkel mannelijke en vrouwelijke genderidentiteiten, maar ook variaties van beide of van geen van beide. Voorbeelden zijn: bigender, man, genderfluïde (zie: Genderfluïde), non-binair (zie: Non-binair), vrouw, … Iemands genderidentiteit hoeft niet vast te liggen, en kan veranderen doorheen de tijd. Sommige mensen ervaren geen genderidentiteit, dit noemen we agender (zie: Agender).
  • De cisgendernorm (zie: Cisnormatief) creëert de valse verwachting dat iedereens genderidentiteit overeenkomt met de genderidentiteit die hen werd toegewezen bij de geboorte (op basis van het hun geslachtsdelen). Dit klopt niet bij iedereen. Bij trans en non-binaire personen wordt op dat moment meestal de verkeerde veronderstelling gemaakt. Ook bij intersekse personen kan die toegewezen genderidentiteit blijken niet te kloppen.
  • De cisgendernorm (zie: Cisnormatief) gaat uit van maar twee genderidentiteiten en een strikte tweedeling daartussen: mannen enerzijds en vrouwen anderzijds. Deze norm komt niet overeen met de grote variatie aan genderidentiteiten op het genderspectrum, en de manier waarop veel personen zichzelf benoemen.

Genderexpressie

  • Waar genderidentiteit gaat over een innerlijk gevoel, gaat genderexpressie over de manier waarop iemand zich uit naar de buitenwereld. Dit kan in de vorm van kleding en make-up, maar ook door een bepaalde lichaamshouding, spraak of manier van bewegen. Volgens de huidige gendernormen (zie: Gendernorm) horen vrouwen zich op een specifieke manier te uiten, en mannen op een andere. De verwachting die deze norm creëert komt niet overeen met de werkelijkheid. In de realiteit valt iemands genderidentiteit niet strikt te koppelen aan een bepaalde genderexpressie. Zo kunnen cisgender of trans mannen, non-binaire personen, genderfluïde personen, … (=genderidentiteit) er net als sommige cisgender vrouwen voor kiezen om een jurk te dragen (=genderexpressie). Iemands genderidentiteit hoeft niet overeen te komen met de genderexpressie die door de gendernorm daarbij verwacht wordt.

Genderdysforie

  • Dit is het gevoel van spanning dat iemand kan hebben tussen hun genderidentiteit (zie: Genderidentiteit) en hun lichaam, het gevoel dat hun lichaam niet overeenkomt met hun innerlijke genderidentiteit. Dit gevoel van incongruentie kan ervaren worden als zeer onaangenaam. Genderdysforie komt voornamelijk voor bij trans personen. Om gevoelens van dysforie te verminderen worden in bepaalde gevallen psychologische en medische begeleiding ingezet. Het doel is om ervoor zorgen dat iemand minder of geen last meer heeft van genderdysforie. Of iemand wel of niet kiest voor medische begeleiding verandert niets aan hun genderidentiteit. Je kan ook transgender zijn zonder dysforie te hebben.
  • Sociale genderdysforie: deze term beschrijft hoe een persoon zich losgekoppeld kan voelen van hun genderidentiteit in sociale situaties. Hier gaat het dus niet over een incongruentie vanwege hun lichaam op zich, maar wel door de interactie met anderen. Zo kan gezien worden als een bepaalde genderidentiteit, terwijl die persoon zich identificeert met een andere genderidentiteit zeer pijnlijk zijn. Een ander voorbeeld is wanneer iemand aangewezen wordt met de verkeerde voornaamwoorden, of aangesproken met een vorige naam (zie: Deadnaming).
  • De tegenhanger van genderdysforie is gendereuforie (zie: Gendereuforie).

Gendereuforie

  • Gendereuforie is de tegenhanger van genderdysforie (zie: Genderdysforie). Beide komen voornamelijk bij trans personen.
  • Gendereuforie is het fijne gevoel, het comfort of de vreugde die iemand voelt wanneer die erkent wordt in hun genderidentiteit. Dat kan bijvoorbeeld wanneer een trans persoon zich presenteert als, gezien wordt als, of voorstelt als hun eigenlijke genderidentiteit (in plaats van de foutieve genderidentiteit die hen werd toegewezen op basis van hun geslachtsdelen bij de geboorte).
  • Sommige trans personen ervaren geen genderdysforie wanneer ze verkeerd aangesproken worden, maar voelen wel gendereuforie wanneer ze door anderen gezien worden zoals ze zichzelf zien.

Transitie

  • Trans en non-binaire personen die bewust veranderingen maken in hun leven om als hun werkelijke genderidentiteit te kunnen leven, noemen dit veranderingsproces een transitie. De reden voor deze veranderingen is de wens zich te kunnen uitdrukken zoals ze zijn, en zich goed en zichzelf te kunnen voelen, zowel mentaal als fysiek.
  • Je kan op heel veel verschillende manieren een transitie doormaken, en kiezen wat het beste bij je past. Niet elke trans of non-binaire persoon wil of kan 'in transitie gaan'. Wie dat wel wil, doet dat vaak op heel andere manieren.
  • Vaak wordt er een onderscheid gemaakt tussen sociale, medische en juridische transitie.
    • Een sociale transitie kan gepaard gaat met een nieuwe roepnaam, experimenteren met kleding en haartooi, gebruik maken van hulpstukken zoals binders of ander corrigerend ondergoed ...
    • Wie medisch in transitie gaat, kiest voor medische opties zoals logopedie, hormoontherapie, of operaties.
    • Ook juridisch kan je een transitie doen. Dan laat je bijvoorbeeld de ‘M’ op je identiteitskaart aanpassen naar een ‘V’, of verander je officieel van voornaam.

Transseksualiteit / Transseksueel

  • Deze term werd vroeger gebruikt om trans personen aan te duiden die specifiek kozen voor geslachtsbevestigende operaties en behandelingen, en vaak een leven binnen de binaire gendernormen. Hoewel sommige mensen nog kiezen om zich zo te identificeren, wordt de term vooral gezien als verouderd taalgebruik.
  • Tegenwoordig hangt er een negatieve weerklank aan de term vanwege de grote nadruk op het medische aspect. Door deze nadruk is de term bovendien niet inclusief voor heel wat trans personen.

Non-binair

  • De term non-binair wordt gebruikt door mensen die zich niet herkennen in de binaire opdeling van gender, de klassiek westerse tweedeling in man en vrouw, en alle verwachtingen en rollen die de binaire gendernormen daaraan koppelen.
  • Non-binair is een parapluterm. Hieronder vind je nog verschillende manieren van genderbeleving. Bijvoorbeeld: demigender (Zie: Demigender), genderfluïde (zie: Genderfluïde) of polygender (zie: Polygender).

Genderspectrum

  • Het genderspectrum is een manier om gender te omschrijven zonder te vertrekken vanuit een binaire kijk op genderidentiteit, -rollen, en -expressie. Het genderspectrummodel stelt gender voor als een continuüm dat mannelijk en vrouwelijk omvat, maar omschrijft ze niet als strikt omlijnd of als tegenpolen. De voorstelling van gender als een spectrum maakt het mogelijk om naast mannen en vrouwen ook andere genderidentiteiten op te nemen. Het genderspectrum erkent intersekse personen, niet-binaire genderidentiteiten en niet-binaire genderexpressies.

Agender 

  • Een genderidentiteit die meestal onder de non-binaire paraplu valt (zie: Non-binair). Agender personen hebben geen beleving van gender, of ervaren een afwezigheid van gender. Men noemt dit ook wel ‘genderloos’ of ‘nongender’.

Demigender

  • Als je een gedeeltelijke connectie hebt met een bepaalde genderidentiteit, dan kan je jezelf demigender noemen. Bijvoorbeeld: een demi-jongen voelt zich gedeeltelijk jongen, een demi-vrouw voelt zich voor een deel vrouw.

Genderfluïde

  • Als je genderidentiteit verandert doorheen de tijd, dan kan je jezelf genderfluïde noemen. Genderfluïde personen voelen hun genderidentiteit ‘vloeien’ tussen verschillende genderidentiteiten op het genderspectrum (zie: Genderspectrum). Die fluctuaties kunnen gaan tussen binaire en/of non-binaire genderidentiteiten. Mensen kunnen zich dus niet enkel de ene keer meer man en de andere keer meer vrouw voelen. Het kan ook dat iemand zich het ene moment agender (zie: Agender) voelt, een andere keer vrouw, en nog een volgende keer non-binair (zie: Non-binair).

Genderqueer

  • Als je je niet thuisvoelt binnen de binaire genderidentiteiten en genderrollen (mannelijk en vrouwelijk), en je jezelf niet ziet passen in een vast genderhokje, dan kan je kiezen je te identificeren als genderqueer. Genderqueer mensen zien hun genderidentiteit als iets dat niet vast hoeft te staan, iets dat kan en mag veranderen.

Trans man

  • Een persoon die bij zijn geboorte wettelijk geregistreerd werd als vrouw op basis van zijn geslachtsdelen maar een mannelijke genderidentiteit heeft.

Trans vrouw

  • Een persoon die bij haar geboorte wettelijk geregistreerd werd als man op basis van haar geslachtsdelen, maar een vrouwelijke genderidentiteit heeft.

Travestie / Travestiet / Travesties
(Ook: Crossdressing / Crossdresser)

  • Mensen die aan travestie doen verplaatsen zich tijdelijk in een genderexpressie die niet overeenkomt met hun genderidentiteit. Dit kan door te spelen met bv. kledij, make-up en kapsel, maar ook via taalgebruik en lichaamshouding. Travestie wordt ook wel crossdressing genoemd. Iedereen kan aan travestie doen, ongeacht hun genderidentiteit.
  • Travestie in de context van een show of optreden wordt ook wel drag genoemd. Onder drag zijn dragqueens het meest gekend, maar ook dragkings en female drag bestaan. Een dragqueen is doorgaans een man die optreedt met een vrouwelijke expressie, een dragking is doorgaans een vrouw die optreedt met een mannelijke expressie. Female drag is wanneer een vrouw als dragqueen optreedt.

Coming-in

  • Een coming-in is de kennismaking van een LGBTIQ+ persoon met de LGBTIQ+ wereld. Mensen zoeken vaak anderen op waarmee ze een deel van hun identiteit delen. Velen vinden daarin een gevoel van erkenning of ‘thuis komen’. LGBTIQ+-personen leren vaak anderen met gelijkaardige ervaringen en verhalen kennen via specifieke LGBTQI+-bars, verenigingen of praatgroepen, online fora en social media-kanalen, boeken rond LGBTIQ+-thema’s, ...

Out

  • Als je je LGBTIQ+-identiteit openlijk uit in je dagelijkse leven dan ben je ‘out’, of ‘uit de kast’ (Zie: Coming-out). Deze tweedeling tussen ‘in’ en ‘uit’ de kast is vaak te simplistisch om de dagelijkse ervaringen van LGBTIQ+-personen te vatten. Als alternatief wordt er ook gesproken over ‘navigeren tussen openheid en geslotenheid’, bijvoorbeeld wanneer sommige van je sociale kringen geen kennis hebben over je LGBTIQ+-identiteit, terwijl andere kringen wel impliciet of expliciet weten dat je LGBTIQ+ bent.

Transfobie

  • De letterlijke vertaling van fobie is ‘angst’. Bij transfobie is maar zeer zelden sprake van échte angstgevoelens, maar vooral van afkeer, onbegrip en vooroordelen. Hierdoor ontstaat een negatieve houding tegenover trans personen, hun genderexpressie en genderidentiteit. Dit kan leiden tot discriminatie en zelfs fysiek geweld.

Deadnaming

  • Sommige trans personen kiezen een nieuwe naam die beter past bij hun genderidentiteit. Hun eerdere naam is dan hun ‘dead name’. Als anderen voor hen bewust of onbewust de vorige naam blijven gebruiken, dan noemt men dit deadnaming. Het kan zijn dat mensen zich vergissen of nog moeten aanpassen aan een nieuwe naam. Als het echter bewust en met slechte bedoelingen gebeurt dan is het een vorm van verbaal geweld.

Geïnternaliseerde transfobie

  • Als trans persoon groei je op in een samenleving waarin nog veel negatieve gevoelens, impliciete en expliciete vooroordelen en stereotypen bestaan over trans personen. Je kan die vooroordelen ‘internaliseren’ en dus onvrijwillig, onbewust op jezelf toepassen. Dit kan resulteren in een laag zelfbeeld, schaamte en soms zelfhaat. Vanuit een innerlijk conflict gaan mensen bijvoorbeeld hun trans zijn ontkennen, of zich uitgesproken transfoob gedragen om niet ‘ontdekt’ te worden.

Passabiliteit

  • Een trans persoon ‘past’ (komt van het Engelse ‘to pass as’) als die ‘kan doorgaan als’ een cisgender persoon. Met andere woorden: als een trans vrouw niet herkent wordt als een trans persoon, maar door anderen ingeschat wordt als een cisgender vrouw dan ‘past’ ze of is ze ‘passabel’.
  • Passabiliteit en zeker het woord passabel hebben een negatieve bijklank omdat het streven naar passabel zijn vaak geassocieerd wordt met transfobie, zowel externe als geïnternaliseerde (zie: Geïnternaliseerde holebi-, trans- en interseksefobie). Externe transfobie uit zich bijvoorbeeld wanneer trans personen die minder ‘opvallend trans’ zijn ofwel beter in de cisgendernorm passen, respectvoller behandeld worden. Geïnternaliseerde transfobie uit zich bijvoorbeeld in het willen verhullen van je trans zijn vanuit een schaamte- of een schuldgevoel over je trans zijn.
  • Een persoonlijk streven naar passabiliteit kan een strategie zijn om jezelf als trans persoon te beschermen tegen transfoob geweld. Daarnaast is voor sommigen passabel zijn het doel van hun transitie, en gaat het hand in hand met de vermindering van hun genderdysforie. Dat is niet voor elke trans persoon zo.

Transgender Infopunt

Het Transgender Infopunt (TIP) is een neutrale, gratis en anonieme plek voor al je vragen over genderdiversiteit en het transgenderthema. Je kan er terecht voor vragen rond identiteit, familiale moeilijkheden, werkgerelateerde aspecten, schoolcontext, transgenderzorg, discriminatiemeldingen en nog veel meer. TIP biedt een luisterend oor, een warm onthaal en relevante, wetenschappelijk onderbouwde informatie aan. TIP is een erkend meldpunt voor discriminatie op basis van geslacht, geslachtsverandering, genderexpressie en genderidentiteit.

 

Ook organisaties kunnen bij het Infopunt terecht voor consultancy, educatie of onderzoek.

Intersectionaliteit

Bij elke doelgroep houden we rekening met intersectionaliteit of kruispuntdenken. 

Dat gaat over hoe verschillende aspecten van iemands identiteit (afkomst, leeftijd, lichaam, genderidentiteit …) elkaar beïnvloeden en de positie in de maatschappij bepalen. De kruispunten waarop je je bevindt hebben invloed op de kansen die je krijgt, het geweld waar je mee te maken kan krijgen, of de vooroordelen die er over je kunnen bestaan. Zo ga je als een witte hetero cisgender vrouw waarschijnlijk andere ervaringen hebben dan als een zwarte homoseksuele transgender man. 

Meer informatie

Lumi

Zit je met vragen over trans personen? Ben je zelf op zoek naar je genderidentiteit? Onze opvang- en infolijn Lumi luistert en is bereikbaar op maandag, woensdag en donderdag van 18.30u tot 21.30u. Op hun website vind je ook antwoorden op veelgestelde vragen rond het transthema. 

Logo Lumi

KLIQ

Wil je een vorming volgen over het transthema? Op de website van ons vormings- en trainingscentrum KLIQ vind je de vorming die bij je past.

KLIQ logo