Hoe word je een bondgenoot
Als bondgenoot sta je te popelen om de handen uit de mouwen te steken om LGBTI+ mensen te ondersteunen. Maar hoe begin je eraan?
We geven een paar tips:
- Ga er niet vanuit dat je vrienden, familie, collega’s… hetero of cisgender zijn.
- Informeer jezelf over diversiteit op vlak van gender, geslachtskenmerken en seksuele oriëntatie.
- Ondersteun LGBTI+ mensen met een klein gebaar. Hang de regenboogvlag uit of ga eens mee naar een pride
- Gebruik de juiste voornaamwoorden. Ga nooit uit van iemands genderexpressie. Je kan gerust vragen met welke voornaamwoorden iemand aangesproken wil worden. Bijvoorbeeld die/hun, zij/haar, hij/hem. Ook aan de telefoon en in mails met iemand die je niet (goed) kent gebruik je best genderinclusieve aansprekingen zonder af te gaan op bijvoorbeeld de naam. Zeg bijvoorbeeld enkel ’goedemiddag’ en laat ‘mevrouw’ daarbij weg. Of start je mail met ‘Beste Alex Pieters’ in plaats van ‘Beste meneer Pieters’.
- Een coming-out is persoonlijk. Doe dit nooit voor iemand anders, dit is hun verhaal om te vertellen
- Grapjes maken over LGBTI+ mensen is niet onschuldig. Er worden vaak grapjes gemaakt over LGBTI+ mensen. Dit kan zonder dat je het weet een negatief effect hebben. Probeer je daar bewust van te zijn.
- Stel geen ongepaste vragen, ook niet uit nieuwsgierigheid
Vragen zoals: “Wat is je echte naam?” of vragen over geslacht zijn een no-go
Als je merkt dat iemand het slachtoffer is van anti-LGBTI+ gedrag grijp dan in. Dat is niet altijd even makkelijk. Er zijn verschillende manieren waarop je kan reageren. Je kan daarvoor de 6A’s gebruiken:
Fouten maken mag
Het kan zijn dat je fouten maakt en bijvoorbeeld iemand met de verkeerde voornaamwoorden aanspreekt. Dat kan gebeuren en is helemaal geen ramp. Het belangrijkste is dat je erkent dat je een fout maakte of je vergiste, blijft openstaan voor LGBTI+ mensen en blijft bijleren.
Hang de regenboogvlag uit!
De regenboogvlag is een symbool van trots, diversiteit en inclusie binnen de LGBTI+ gemeenschap. Elke kleur heeft een eigen betekenis:
Rood voor leven,
Oranje voor genezing,
Geel voor zonneschijn,
Groen voor natuur,
Blauw voor harmonie,
Paars voor geestkracht.
De vlag is ontworpen in 1978 door activist Gilbert Baker en een teken van solidariteit en hoop. Door de jaren heen is de vlag aangepast om inclusiever te zijn, zoals met extra kleuren voor de trans gemeenschap en zwarte en bruine strepen om racisme en de strijd van mensen van kleur te erkennen. Later kwam er ook een paarse cirkel bij om intersekse personen te vertegenwoordigen.